|
Brief van Wim Van Mulders aan Danny Devos, 08.02.1979
Simon Delobel in Kiosk, Monday 21st November 2022, Belgium. | |
“Onder deze vloer ligt Danny Devos – uw aanwezigheid zorgt ervoor dat hij zowaar doorgedrukt wordt.” Met deze aankondiging is de toon meteen gezet. Terwijl op 11 januari 1979 een feestje wordt gebouwd in het atelier van de afdeling Beeldhouwkunst van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent, gelegen aan Berouw 77, realiseert Danny Devos, 19 jaar oud, zijn allereerste performance. De aspirant-beeldhouwer heeft voorafgaand aan zijn actie niemand verwittigd en evenmin iemand om toestemming gevraagd. Danny Devos wordt op 20 september 1959 geboren in Vilvoorde. Hij studeert aan de kunsthumaniora van Sint-Lukas in Brussel en verkent reeds als adolescent op zelfstandige wijze de kunstwereld. De expo van performancekunstenares Gina Pane in de Brusselse Galerie Isy Brachot (26 januari-25 februari 1978) laat een blijvende indruk op hem na. Wanneer hij in de zomer van 1978 beslist om hogere kunststudies aan te vatten, brengt hij een bezoek aan alle afstudeertentoonstellingen in België. Hij kiest uiteindelijk voor de Gentse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten omdat hij het gevoel heeft dat hij er de ruimte zal vinden om het soort kunst te ontwikkelen dat hij relevant vindt. In de loop van de tweede donderdag van januari '79 vervaardigt Devos een houten constructie — een muur en een vloer — met vezelplaten die hij in het atelier heeft gevonden. Het verzagen van de platen zorgt voor geluidsoverlast tijdens de les van theoriedocent Wim Van Mulders, die de studenten van het tweede jaar kunstactualiteit bijbrengt. Hij geeft er de voorkeur aan om zijn vak in het atelier zelf te geven, liever dan in een lokaal waar de theorielessen normaal gezien doorgaan. Om 20.00 uur neemt Devos plaats in de door hem voor de performance ingerichte installatie in de inkomhal van het gebouw waar de Gentse vooruitstrevende onderwijzer Leo Michel Thiery in 1924 zijn Schoolmuseum had ondergebracht. Naakt en reeds verwond aan hoofd en borstkas, ligt hij in een smalle ruimte tussen een valse houten vloer en de koude tegels van de gang, die verder geheel verduisterd is met zwarte gordijnen. De houten vloer rust deels op enkele bierbakken, deels op Devos' lichaam, dat door een met een lamp verlichte glasplaat te zien is vanaf de borstkas tot het hoofd dat omwikkeld is met verbandgaas. Passanten die het pand willen betreden of verlaten, lopen op de houten planken en kunnen zich vergewissen van de pijnlijke gevolgen voor de kunstenaar. In de lucht hangt een sterke geur van ether. De performance geeft aanleiding tot de meest uiteenlopende reacties bij de bezoekers van de fuif: van bezorgde vragen tot nieuwsgierige commentaren over potentiële masochistische verlangens. Devos kan echter uitsluitend hoofdschuddend antwoorden op de vragen die hem worden gesteld over zijn intenties. Het gaas maakt het hem onmogelijk om te spreken. Pierre Vlerick, directeur van de Academie, wordt telefonisch op de hoogte gebracht van de situatie door de conciërge die naast de inkomhal woont. Om 23.00 uur wordt de performance stopgezet, niet door een interventie van de directie van de academie, maar omdat Devos zelf zijn vertrouwen begint te verliezen in de goede afloop van de actie. Wat hij later een “koele systematieke [sic] agressie” van sommige bezoekers zal noemen, baart hem op het moment zelf verschrikkelijke zorgen. Terwijl de eerste bezoekers nog verrast en zorgzaam reageren, krijgt de performer naarmate de avond vordert te maken met ronduit agressieve bejegeningen. Van de performance zijn geen foto’s bekend. De kunstenaar die reeds als student goed op de hoogte was van het belang om performancekunst te documenteren, heeft wel vóór en na het gebeuren twee polaroids gemaakt van zijn borst en gezicht. Met zijn actie zorgt Devos voor commotie binnen de veilige cocon van de academie. Wim Van Mulders brengt hiervan de bevestiging in een brief die hij meer dan drie weken later aan Devos stuurt: “Door de toeschouwer uit te nodigen een menselek lichaam te pijnigen (wat is de ergste pijn àfysieke pijn of de verzwegen psychische pijn?) tijdens een artistiek gebeuren, kunnen er zoals je gekonstateerd hebt, vele uiteenlopende reakties ontstaan.” In zijn brief verwijst Van Mulders verder naar de woorden die Devos schreef op de fotokopieën die elke fuifganger kreeg: “Het spel met leven & dood is het krachtigste antwoord dat een kunstenaar kan geven op de hedendaagse agressieve wereld.” In zijn brief vermeldt Van Mulders ook een passage uit het boek Vijanden, een liefdesroman van de Pools-Amerikaanse schrijver Isaac Bashevis Singer (1904-1991), die het jaar daarvoor de Nobelprijs voor Literatuur had ontvangen. Met referentie aan Singers boek stelt hij zich de vraag in hoeverre Devos niet opzettelijk gewond wilde raken. Op die vraag zal hij nooit een schriftelijk antwoord van de performer ontvangen. Vanaf het tweede jaar aan de Academie volgt Danny Devos de lessen van Van Mulders, die nog eens twee jaar later één van de vijf exemplaren van zijn afstudeerwerk aankoopt: het boek Performan-DDV. Met dank aan Danny Devos, Wim Van Mulders, Els Lybeer, Thomas Peeters, Koen Brams en Valerie Verhack. | ||
More info on the Web | ||
Related group exhibitions: Het Brievenproject - 1 |