De nieuwste tentoonstelling van Danny Devos, één van de radicaalsten aller kunstenaars, heet ‘Lily & Rudy’. Inspiratie vond hij in een stapeltje liefdesbrieven dat een vriend van de kunstenaar op een rommelmarkt had gekocht: ‘Iets voor jou.’ Maar hoe kunnen de smachtende schrijfsels die een Frans meisje uit Valence tussen september 1949 en mei 1953 neerpende voor haar Duitse minnaar Rudy iets voor de donkere Danny Devos zijn?
Het verhaaltje achter de expo is romantisch, Devos is dat iets minder. Hij maakte een gigantisch kunstwerk dat de drie kamers van de Annie Gentils Gallery in Antwerpen vult: een groot houten gevaarte dat er aan de buitenkant uitziet als de afschrikwekkende muur van een kerker. Bruin en vol pinnen. Bovendien beweegt de wand traag heen en weer: wie naar binnen wil, moet al erg gemotiveerd zijn én het ding behendig weten te vermijden. Binnenin is het bouwwerk in drieeën verdeeld. In de eerste kamer zien we een grote foto van dorre takken, met klimop op de grond ervoor. In de tweede ruimte is een woonkamertje te zien. En in het derde deel van het drieluik staan allerlei gruwelijkheden: een hart op sterk water, een angstaanjagende metalen kooi, een bijl die vanzelf beweegt. Hier komen we terecht in het universum dat we van Devos kennen.
‘Danny is geen romantische mens, hé,’ zegt zijn vrouw, kunstenares Anne-Mie Van Kerckhoven. ‘Mijn interpretatie van dit werk is als volgt: ik zie het als een metafoor voor hoe Danny het leven ziet. Eerst zie je dat grote zwarte gevaarte, een symbool voor zijn zwarte kijk op het leven. Die klimop, dat is de natuur. Het tweede luik is de sleur van het alledaagse, het huishouden. En tot slot is er de kunst. Natuur, cultuur, kunst.’
HUMO En waar zit dan de romantiek?
Anne-Mie Van Kerckhoven «Die is er niet.»
HUMO En jij maar verkondigen dat je een romantisch werk hebt gemaakt, Danny.
Danny Devos (lacht) «Het is een romantisch onderwerp. Ik kreeg de brieven van een vriend. Ze zaten in een doosje, zo groot als een pakje sigaretten. Zo kreeg ik het idee om een reconstructie te maken van hun romance. Niet letterlijk. Ik heb bijvoorbeeld ook portretten van seriemoordenaars gemaakt. Dat zijn geen portretten in de klassieke zin van het woord, ík zeg dat het portretten zijn.
»Eerst dacht ik: als ik al die brieven van Lily lees, heb ik een soort roman van haar leven. Maar dat viel tegen, ze vertelt zo weinig over zichzelf. Alle brieven zijn heel kort en ze komen altijd op hetzelfde neer: ‘Je bent vertrokken op 21 oktober 1948 om 22.30 uur 's avonds. Ik mis je. Wanneer kom je terug?’ Elke brief opnieuw. Vier jaar lang hopeloosheid, leegte, verlangen, wachten en pijn.»
HUMO Pijn, dat is een thema dat jou niet onbekend is: in performances heb je bijvoorbeeld verf van je huid laten schuren met schuurpapier.
Devos «Performance is iets waar ik al heel lang mee bezig ben, eigenlijk al van voordat ik wist dat het kunst was. Een voorbeeld: als 17-jarige heb ik eens een uur lang met mijn kop tegen een steen geslagen, gewoon omdat ik vóélde dat ik dat moest doen. Je moet weten, in die tijd kwam de punk en de new wave op. Ik was de eerste punker van Vilvoorde. De stank van Vilvoorde was legendarisch. Bovendien gaf de bouw van de Ring rond Brussel een verschrikkelijk kabaal. Er heerste een algemeen gevoel van uitzichtloosheid. Vanuit die situatie is mijn eerste performancewerk ontstaan: ik woonde in Vilvoorde, waar niks te beleven was, waar je totaal geen toekomst had, dus het leek logisch om dan maar dingen te doen die geen zin hebben.»
HUMO Dat was nog niet vanuit het idee dat je kunst aan het maken was?
Devos «Het kwam voort uit een soort onweerstaanbare drang. Andere kunstenaars hebben de onweerstaanbare drang om iets te maken en te tonen, ik om die dingen te dóén, zonder dat er een resultaat aan verbonden was. Als je een uur lang een zware steen over de grond heen en weer schuift, of met je kop boven een bord benzine hangt tot die helemaal verdampt is, dan is er in die tijd niks veranderd. Je hebt zélf wel iets meegemaakt, er is iets ín jou veranderd, maar er is geen resultaat. Je kunt ook niks laten zien. Je kunt alleen zeggen: ‘Dat heb ik gedaan.’ Dat is alles.»
HUMO Je bent niet alleen bekend – of moet ik zeggen berucht – door je performances, maar ook door je verzamelingen. Zo maakte je in 2015 de expo ‘The Collector’, het resultaat van je obsessie met John Fowles’ gelijknamige roman.
Devos «Dat boek heb ik in alle mogelijke uitgaven. Het is een horrorverhaal over een introverte psychopaat die vlinders verzamelt, maar wanneer hij in de ban raakt van een mooie vrouw, wil hij haar toevoegen aan zijn verzameling. En daar heeft hij véél voor over, ook ontvoering en opsluiting.»
HUMO Je bent al langer gefascineerd door de psychologische verwantschap tussen kunstenaars en seriemoordenaars.
Devos «Mijn allereerste tentoonstelling, midden jaren 80, ging over de moordenaar Ed Gein. Op zijn verhaal is de film ‘Psycho’ van Alfred Hitchcock gebaseerd. Hij interesseerde me omdat hij kunst maakte met lichaamsdelen: potten van schedels, handschoenen van mensenhuid. Een aantal van die dingen heb ik nagemaakt.
»Kunstenaars en moordenaars werken vanuit eenzelfde onweerstaanbare drang. In mijn jeugd was ik al gefascineerd door misdadigers. Jack The Ripper, de Wurger van Boston, de Vampier van Muizen: zij hadden allemaal een eigen stijl, zoals kunstenaars ook een stijl hebben. Picasso, Van Gogh, Brancusi: je herkent hen aan hun stijl. Het is net door hun persoonlijke stijl dat seriemoordenaars uiteindelijk gepakt worden.
»Bovendien was het in de muziekscene van de industriële muziek en de new wave gebruikelijk dat er veel gerefereerd werd aan moordenaars. De iconografie van die genres zit vol van die duistere dingen. Dat ben ik wat gaan cultiveren.
»Later heb ik allerlei statistieken bekeken en boeken bestudeerd, en ik kan zeggen: de kunstenaar en de moordenaar zijn eenzelfde psychologische type. Ze worden allebei gedreven door een onweerstaanbare drang, alleen is de output bij de kunstenaar kunst. Bij de moordenaar is zijn output uiteraard strafbaar, maar het is niet zo dat de moordenaar van plan is om iets slechts te doen, net zoals de kunstenaar niet de bedoeling heeft om iets moois te maken. Het is in beide gevallen de maatschappij die oordeelt.
»Neem nu bijvoorbeeld de Schotse seriemoordenaar Dennis Nilsen; dat was in feite een heel gevoelige mens. Er bestaat een zeer goed boek over hem: ‘Killing for Company’. Daarin wordt goed uitgelegd dat hij gewoon op zoek was naar liefde. Hij sprak op café iemand aan en nam hem mee naar huis, maar na een tijdje wilde die natuurlijk weg. De eerste keer had Nilsen wat te veel gedronken en werd hij wakker naast een lijk. Gewurgd met het snoer van de koptelefoon. Het kwam erop neer dat hij niet wou dat zijn gast wegging, dus hield hij hem bij zich. Hij legde de lijken in bad, bewaarde ze in de kast als hij ging werken en zette ze ’s avonds naast zich op de sofa, om samen tv te kijken. Hij was een romantische ziel.»
HUMO Net zoals Danny Devos en zijn romantische installatie?
Devos «Het is allemaal een kwestie van perceptie (lacht).»